oefening ANOVA

6) In onderstaande dataset staan de proporties biologisch material dat overblijft na vriesdrogen. In het experiment wordt deze proportie bepaald onder verschillende omstandigheden (hoeveelheid glycerine en snelheid van vriesdrogen). Zijn er verschillen in proporties tussen de verschillende behandelingen? (vriesdroog.txt op blackboard)

prop glyc snelh
96 10 10
85 10 20
82 10 30
100 20 10
92 20 20
80 20 30
96 30 10
88 30 20
76 30 30

v<-read.table('vriesdroog.txt',header=T)
attach(v)
g<-as.factor(glyc)
s<-as.factor(snelh)
lm1<-lm(prop~g+s)
anova(lm1)

In de oplossingen wordt er gezegd dat dit een RCB is. (Ik zie niet waar die blocking-factor zit)
En er wordt ook gezegd dat er geen interactie kan getest worden. Als ik die mee in het lm-model steek, dan krijg ik idd iets raar want die kan da ni berekenen. Maar hoe kunt ge da afleide uit de opgave da ge geen interactie kunt testen?

Weet je het antwoord eigenlijk al? Want k vraag mij dit ook wel af .. =p

nee, ksnap em nog altijd niet... dus moest ge het antwoord te weten kome, voel u vrij om het mij ook even uit te leggen dan

Ik ben niet zeker, maar volgens mij zit de blockingfactor in de proportie, biologisch materiaal is eigenlijk nooit hetzelfde. Er zit dus enige heterogeniteit tussen het materiaal. Je moet maar eens kijken naar oefening 1 van anova en regressie met de metaalverontreiniging bij vissen. Daar zijn de vissen ook als blockingfactor genomen. Maar bij de vraag van de ratten zou ik dan weer niet weten waarom er geen blockingfactor is, want ratten verschillen genetisch ook allemaal van elkaar.

Ik vind die oefening nergens, waar staat die?

De oefening staat in de reeks van "Opdrachten Anova modellen oplossingen" die je bij Tom online kon afhalen. Hiervan oefening 6.
k'hoop dat je het nu vindt yannick

Christoph Lefever schreef:De oefening staat in de reeks van "Opdrachten Anova modellen oplossingen" die je bij Tom online kon afhalen. Hiervan oefening 6.
k'hoop dat je het nu vindt yannick

mercikes

Kevin De boel schreef:6) In onderstaande dataset staan de proporties biologisch material dat overblijft na vriesdrogen. In het experiment wordt deze proportie bepaald onder verschillende omstandigheden (hoeveelheid glycerine en snelheid van vriesdrogen). Zijn er verschillen in proporties tussen de verschillende behandelingen? (vriesdroog.txt op blackboard)

prop glyc snelh
96 10 10
85 10 20
82 10 30
100 20 10
92 20 20
80 20 30
96 30 10
88 30 20
76 30 30

v<-read.table('vriesdroog.txt',header=T)
attach(v)
g<-as.factor(glyc)
s<-as.factor(snelh)
lm1<-lm(prop~g+s)
anova(lm1)

In de oplossingen wordt er gezegd dat dit een RCB is. (Ik zie niet waar die blocking-factor zit)
En er wordt ook gezegd dat er geen interactie kan getest worden. Als ik die mee in het lm-model steek, dan krijg ik idd iets raar want die kan da ni berekenen. Maar hoe kunt ge da afleide uit de opgave da ge geen interactie kunt testen?

Ik heb een manier gevonden om te zien waarom dit een RCB is. In de variabele glycerine heb je 3 factoren (10,20,30) en in de variabele snelheid zijn er ook 3 factoren (10,20,30). Er zijn in totaal dus 9 mogelijkheden, maar er zijn slechts 9 meetwaarden (de proporties). Dat wil zeggen dat er per combinatie maar 1 meting van proportie is, daarom kan er geen interactie zijn. Dit is te vergelijken met het voorbeeld voor RCB p 36, daar is 1 meetwaarde per betonsamenstelling per dag. In het voorbeeld van 2 way-ANOVA met interactie p 43 kan je zien dat er 5 meetwaarden per kooitype en per geslacht zijn, hier kan dus wel interactie optreden.

Daar heb je wel een punt, maar is dan op pg 43 (met de konijnen) enkel interactie mogelijk net enkel omdat ze meer metingen hebben uitgevoerd per kooitype? Want bij dit vb is er slechts 1 meeting per mogelijke combinatie.

Volgens mij is glycerine hier de blocking factor (deze wordt ook beschouwd als een factor (g <- as.factor(glyc)))
Je kan de gevonden proporties als volgt weergeven

	Snelh10	Snelh20	Snelh30
Gly10	96	85	82
Gly20	100	92	80
Gly30	96	88	76

Dit komt ongeveer overeen met tabel 2.1 op p. 36 en meer algemeen uit tabel 2.2 op p. 37

Wout Van Echelpoel schreef:Volgens mij is glycerine hier de blocking factor (deze wordt ook beschouwd als een factor (g <- as.factor(glyc)))
Je kan de gevonden proporties als volgt weergeven

	Snelh10	Snelh20	Snelh30
Gly10	96	85	82
Gly20	100	92	80
Gly30	96	88	76

Dit komt ongeveer overeen met tabel 2.1 op p. 36 en meer algemeen uit tabel 2.2 op p. 37

Snelheid wordt ook beschouwd als factor, waarom is dat dan geen blocking en glycerine wel?

RCB wegens maar 1 herhaling per combinatie van de 2 factoren...