vragen hoofdstuk 3

vraag 1: (p. 4) Bij standaardadditie zijn enkele dingen nog niet duidelijk voor mij: de (absolute) waarde van het snijpunt op de x-as (dus y=0) is de concentratie van de onbekende in de maatkolf waar geen referentie in zit? Wat stelt het snijpunt op de y-as dan voor?
vraag 2: (p.6) Is er bij externe calibratie gebruik van referentie-oplossing? In mijn schema dat ik in de les had gemaakt stond er geen potje "ref" maar in de bijhorende tekst in de cursus wel...
Indien er wel referentie is: klopt het dan dat er 3 potjes zijn met overal evenveel IS en een stijgende hoeveelheid referentie, en dan nog 1 potje met (evenveel) IS en onbekende (dus zonder referentie)?
Indien er geen referentie is: jah, hoe is't dan?
vraag 3: (p.8 ) Het begrip LOD is niet zo duidelijk; klopt het dat onder een signaal-ruis-verhouding van 3 alles ruis is?
vraag 4: Ik heb de pagina nr niet opgeschreven, sorry. Maar wat is éénpuntscalibratie?
vraag 5: Bij toepassing 12 (uitgewerkte oplossing) is bij de 1ste s de fout van de molaire concentratie = 10^-4 bij het moleculair gewicht gezet en de fout van het moleculair gewicht (= 10^-3) staat bij de concentratie... Waarom? Ik zet precies altij de (waarde/zijn fout)²...
vraag 6: Bij toepassing 16 begrijp ik niet hoe je bij de uitkomst aan een fout van 0,4 geraakt (allé eigenlijk 0,4*10^-6)..