vragen hoofdstuk 5
4 plaatsers
Pagina 1 van 1
vragen hoofdstuk 5
vraag 1: Op pagina 11 staat er dat er bij fluorescentie: het laagste S1 moet voldoende stabiel zijn. Wrm eigenlijk?
vraag 2: p12-13: de curven zijn in spiegelbeeld en verschoven. Waarom dat zo is vind ik echt niet duidelijk... Kan iemand een "simpeler geformuleerde" uitleg geven?
vraag 3: p 21, in de grafieken onderaan staat er in de Y-as "B", maar wat is die B!?
vraag 4: p22: "bandbreedte van de monochromator", wat bedoelen ze eigenlijk met die bandbreedte?
vraag 5: p27: bij de spectrofotometrische titratie begrijp ik niet hoe je het EP bepaalt.. Er staat dan ook zeer weinig uitleg bij.. Extrapolatie, jah maar van wat? Is dat van de rechte die je bekomt met de vgl A= epsilon*c*d? en wat is dan juist het EP?
vraag 6: toepassing 2: er staat dat je de A in functie van c moet tekenen voor de 3 instrumenten uit toepassing 4. Maar welke instrumenten bedoeld hij dan? Want ik vind er precies geen... Bij de uitgewerkte oplossing staat er dan dat je de instrumenten uit toepassing 1 moet nemen.. En daar staat er maar 1 (geen 3). En dan staan er 3 mooie grafiekjes waarvan ik niet weet welk voor welk is...
vraag 7: t10: de algemene vgl is: Iem = I0 * cte * c; dat is een rechte die door de oorsprong gaat want er is geen "b". In de oefening wordt echter een rechte bekomen die niet door de oorsprong gaat... Ik was aant het zoeken naar een vgl van de vorm y=ax (dat je ook kan berekenen) maar wrm is dat niet juist?
vraag 8: als laatste nog een algemene vraag: kan iemand mij zeggen wat hij nu juist bedoeld met "kwantitatieve" en "kwalitatieve" analyse?
vraag 2: p12-13: de curven zijn in spiegelbeeld en verschoven. Waarom dat zo is vind ik echt niet duidelijk... Kan iemand een "simpeler geformuleerde" uitleg geven?
vraag 3: p 21, in de grafieken onderaan staat er in de Y-as "B", maar wat is die B!?
vraag 4: p22: "bandbreedte van de monochromator", wat bedoelen ze eigenlijk met die bandbreedte?
vraag 5: p27: bij de spectrofotometrische titratie begrijp ik niet hoe je het EP bepaalt.. Er staat dan ook zeer weinig uitleg bij.. Extrapolatie, jah maar van wat? Is dat van de rechte die je bekomt met de vgl A= epsilon*c*d? en wat is dan juist het EP?
vraag 6: toepassing 2: er staat dat je de A in functie van c moet tekenen voor de 3 instrumenten uit toepassing 4. Maar welke instrumenten bedoeld hij dan? Want ik vind er precies geen... Bij de uitgewerkte oplossing staat er dan dat je de instrumenten uit toepassing 1 moet nemen.. En daar staat er maar 1 (geen 3). En dan staan er 3 mooie grafiekjes waarvan ik niet weet welk voor welk is...
vraag 7: t10: de algemene vgl is: Iem = I0 * cte * c; dat is een rechte die door de oorsprong gaat want er is geen "b". In de oefening wordt echter een rechte bekomen die niet door de oorsprong gaat... Ik was aant het zoeken naar een vgl van de vorm y=ax (dat je ook kan berekenen) maar wrm is dat niet juist?
vraag 8: als laatste nog een algemene vraag: kan iemand mij zeggen wat hij nu juist bedoeld met "kwantitatieve" en "kwalitatieve" analyse?
Marie Bossyns- Examens? das in Augustus
- Aantal berichten : 7
Reputatie : 0
Registratiedatum : 02-01-11
Re: vragen hoofdstuk 5
op vraag 5:
De extincitecoefficienten van de geprotoneerde vorm en niet geprotoneerde vorm zijn gewoonlijk anders. Dus gaat ge links van het EP en rechts een andere extincitecoefficient hebben en dus een andere richtingscoefficient van uw rechte. Hierdoor krijgde dus twee rechten die ge kunt laten snijden en waar die snijden zal uw EP liggen, want dat is de plek waar uw extinctiecoefficient verandert
Ik denk toch dat het zoiets is hoe ge da moet doen. Op pIII.14 staat het bijhorende tekeningetje en een beetje uitleg.
Op pagina VI.16 wordt het ook nog eens uitgelegd.
De extincitecoefficienten van de geprotoneerde vorm en niet geprotoneerde vorm zijn gewoonlijk anders. Dus gaat ge links van het EP en rechts een andere extincitecoefficient hebben en dus een andere richtingscoefficient van uw rechte. Hierdoor krijgde dus twee rechten die ge kunt laten snijden en waar die snijden zal uw EP liggen, want dat is de plek waar uw extinctiecoefficient verandert
Ik denk toch dat het zoiets is hoe ge da moet doen. Op pIII.14 staat het bijhorende tekeningetje en een beetje uitleg.
Op pagina VI.16 wordt het ook nog eens uitgelegd.
Michiel Hubeau- Gij studeert ni oefwoa
- Aantal berichten : 1
Reputatie : 0
Registratiedatum : 28-12-10
kwantitatief en kwalitatief
als je naar GC kijkt:
kwalitatieve analyse = welk analiet op welke plaats met relatieve retentietijd
kwantitatief = hoeveel analiet met opp IS/opp analiet
das nog logisch e ? ;-)
bij UV
kwalitatief = hoeveel dubbele binden en vrije e- paren in analiet
kwantitatief = beer-lambert wet concentratie analiet
bij IR
kwalitatief = bindingsspecifieke piek en fingerprint gebied
kwantitatief = weinig gebruik
kwalitatieve analyse = welk analiet op welke plaats met relatieve retentietijd
kwantitatief = hoeveel analiet met opp IS/opp analiet
das nog logisch e ? ;-)
bij UV
kwalitatief = hoeveel dubbele binden en vrije e- paren in analiet
kwantitatief = beer-lambert wet concentratie analiet
bij IR
kwalitatief = bindingsspecifieke piek en fingerprint gebied
kwantitatief = weinig gebruik
Tom Teblick- Examens? das in Augustus
- Aantal berichten : 5
Reputatie : 0
Registratiedatum : 28-12-10
Re: vragen hoofdstuk 5
Kwalitatief is toch gewoon: welke analieten zitten in je mengsel?
En kwantitatief: hoeveel van elk analiet zit er in je mengsel?
En kwantitatief: hoeveel van elk analiet zit er in je mengsel?
Siege Van Ballaert- Examens? das in Augustus
- Aantal berichten : 5
Reputatie : 0
Registratiedatum : 28-12-10
Soortgelijke onderwerpen
» vragen hoofdstuk 3
» vragen hoofdstuk 2
» vragen hoofdstuk 4
» vervolg vragen hoofdstuk 4
» Hoofdstuk 18
» vragen hoofdstuk 2
» vragen hoofdstuk 4
» vervolg vragen hoofdstuk 4
» Hoofdstuk 18
Pagina 1 van 1
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
|
|